Verschil tussen online en offline bestaat niet

Tal van bureaus verdienen er nog steeds bakken geld mee. Melken er de onkunde van hun klanten mee uit. Met het verkopen van online identity’s. Een gotspe, immers het verschil tussen online en offline bestaat helemaal niet. Laat staan dat een merk zich in beide werelden anders zou moeten gedragen.

schedule 25 sept 2015
bookmark_border Contentmarketing
create

Zomaar een vraag aan mijn dochter op een regenachtige zondagochtend.

‘Wat doe je?’

‘Ik kijk naar een filmpje op YouTube pap.’

‘O, je bent online.’

‘Ik ben wat?’

‘Je bent online, jij kijkt op je laptop naar YouTube.’

‘Pap, wat is dat nou weer voor woord, doe even normaal, ik zit gewoon op YouTube.’

Met oudste dochter zit op YouTube. Mijn jongste dochter kijkt naar Zapp. Ik lees De Volkskrant en zie af en toe op mijn Twitterfeed een bericht voorbij komen.

Televisie, krant, YouTube, Twitter, online, offline, het loopt op nog geen halve meter kriskas door elkaar.

Onzin ook te denken dat een merk zich online anders zou dienen te gedragen dan offline. Als een merk in hun relatiemagazine A beweert, op hun site B doet en tijdens een event of op Twitter C zegt, ja, dat is niet alleen gek, dan weet je dat zo’n merk van het padje is.

Dat merken zich online anders dienen te gedragen, is dan ook niks meer dan een verzinsel van reclamemannen met hippe sneakers en te strakke t-shirts geboren voor 1980, die in alles wat ze doen nog altijd dat 30 seconden spotje voorop stellen. Dan wel een idee-fix van veertigers met overdreven montuurbrillen en vage baardjes die een tiental jaren geleden besloten de blits te maken met social media bureaus.

Veel ondernemers hebben ook vandaag nog altijd nauwelijks weet van het nut en de werking van digitale media, dus kan je hen van alles en nog veel meer op de mouw kwakzalven over online identity’s en hoezeer die anders zijn dan offline identiteiten.

Be real.

Kijk naar jongeren. Die kennen de scheiding tussen online en offline niet. Bleek ook na een miniveldonderzoek onder kids tussen de 15 en 18 op een Amsterdamse hockeyclub die ik frequenteer.

Online en offline. Velen keken mij aan alsof ik gestoord was.

‘Zeg gast, volgens mij ben jij zelf een beetje offline.’

Een ander zei: ‘Televisie is toch ook online, of niet, want dat gaat toch ook via de kabel?’

Een meisje: ‘Ik kijk naar televisieprogramma’s via mijn laptop pipo, hoezo online of offline.’

Ik voelde me voor het eerst in mijn leven in mijn hemd gezet door een groepje pubers dat me iets te nadrukkelijk lacherig nawees ook –mijn kinderen gaan nog naar de basisschol, dus die gênanterie was me voorheen bespaard gebleven.

Houd daarom op te denken in online en offline als twee aparte identiteiten. Beide leven in de wereld door elkaar. Jongeren kijken naar Enzo op YouTube en even later naar een serie op Netflix of een live uitzending van The Voice op RTL4 om die soms tegelijk via Twitter van comments voorzien. Om tussendoor hun laatste updates op Instagram en Snappchat en de laatste nieuwtjes op Nu.nl te checken.

Niks ook online first, sterker, ik geloof in veel gevallen juist in andersom.

En waarom ook zou je, als je Generatie X of ouder wilt bereiken, nog langer denken in online en offline.

Denk liever in audiences. Waar zitten je kijkers of lezers. Naar welke televisie,- en radioprogramma’s en series kijken ze. Wat lezen ze waar? Welke sociale media gebruiken ze.

Denk niet in online of offline, denk in de kanalen die je audience gebruikt en bekijk hoe je hen binnen die context op de juiste toon kunt bereiken, binden en behouden.

Makkelijker kan ik niet maken.

Ik hou dan ook niet kwakzalverij.